Vrede?!

Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers en hun speren tot snoeimessen. Jesaja 2:4

Over vrede nadenken in een tijd dat de krant bol staat van oorlogen vind ik niet eenvoudig. De mensen in Beirut en Tel Aviv bereiden zich voor op een mogelijke oorlog; in de maand juli zijn  volgens waarnemers van de Verenigde Naties de meeste burgerslachtoffers gevallen in Oekraïne sinds oktober 2022. In deze beide oorlogen is voorlopig helemaal geen uitzicht op vrede.

Ik werd daarom getroffen door een bericht in de krant begin augustus, over een klok die gegoten is door de Koninklijke Eijsbouts Klokkengieterij in Brabant waarin wapenafval van het Oekraïense front is verwerkt. Het is onderdeel van een project Battles & Silences van HIIIT en geluidskunstenaar Hans van Koolwijk. Het omsmelten van kerkklokken door de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog tot wapens en munitie diende als inspiratiebron en wordt in dit project omgekeerd. Wapentuig wordt omgesmolten tot werktuig van schoonheid en deze klok zal op 19 september in theater aan het Spui in Den Haag te horen zijn.

De Oekraïense zangeres Maryana Golovchenko, die al sinds 2012 in Nederland woont, heeft de contacten gelegd in Oekraïne om het materiaal te kunnen verzamelen en naar Nederland te verzenden. Zij heeft in 2022, na het uitbreken van de oorlog, een prachtig Oekraïens volksliedje uitgebracht met Spinvis (Pid Yabloenkoju;  interview). Het gaat over een verliefd duivenpaartje in een appelboom waarvan het mannetje vermoord wordt door een kraai. Deze probeert daarna het vrouwtje te verleiden met alles wat haar hartje zou kunnen begeren, maar zij kan haar geliefde duifje niet opgeven. Voor Maryana Golovchenko is haar leven en de betekenis van dit liedje totaal veranderd sinds de oorlog begon. Het liedje gaat voor haar nu over het verzet tegen het kwaad van de oorlog en de inzet van talloze mensen voor de slachtoffers ervan, waaraan zij op haar manier wil bijdragen.

Wat mij ook raakte toen ik in juli voorging in de Walburgiskerk, waren de World Press foto’s. De foto van de Palestijnse vrouw die haar dode nichtje vasthoudt, midden in het koor, treft je recht in het hart als je in de kerk zit. Zoveel verdriet van mensen en tegelijkertijd zoveel schoonheid van de foto op die plaats. Veel mensen lopen zondag na de dienst nog even rond en ik zie dat ook zij zijn getroffen door de beelden van menselijk leed die er hangen. Tegelijkertijd troost het mij dat ze in deze eeuwenoude kerk aanwezig zijn en dat het leed van mensen ons raakt, terwijl we samen ons kyriegebed bidden.

Je zou je soms af willen sluiten voor de oorlogen in de wereld en alles wat kapotgemaakt wordt. Maar we zijn verbonden met al die mensen dichtbij en ver weg. Als we de profeten lezen, zoals Jeremia, dan dringt de gedachte zich op dat de tijden niet erg veranderd zijn. Ook toen was er crisis. Israël stevende op de ondergang af, die tot de ballingschap van Juda en de verwoesting van Jeruzalem leidde. En hoe Jeremia ook waarschuwde, het leidde niet tot een andere uitkomst. En toch bleef hij met huid en haar verbonden aan zijn volk in al Israëls falen en vestigde hij zijn hoop op God, die de relatie zou herstellen, omdat God niet aflaat de mens te zoeken. Voor mij zijn de woorden van de profeten, maar ook de Brabantse klok van omgesmolten kogelhulzen, het liedje dat Maryana zingt, of de foto’s in de Walburgiskerk evenzovele tekens van God die het werk van zijn handen niet loslaat.

Banksy, Westbank.

Eva Ouwehand